Vanaf het begin van de vorige eeuw woonden twee broers Smit, Piet en Jan, hun zuster Maam, alle drie ongetrouwd, samen met hun moeder, de weduwe Grietje Smit, op de boerderij, waarin nu het Hooivak gevestigd is. Haar man Andries Willem Smit was stuurman op de grote vaart maar verongelukte in 1894 op 40 jarige leeftijd in New York, waar hij ook begraven is. Toen werd het gemengde boerenbedrijf de enige inkomstenbron van de familie zodat in 1920 de schuur vergroot werd. In 1924 namen Piet, Jan en Maam de zorg op zich van hun pas geboren neef Willem. In 1954 stopten de twee broers en hun zuster met het boerenbedrijf. De boerderij werd verpacht en zij lieten een woonhuis bouwen op de noordwestpunt van het boerenerf. Later woonden hier ook nog een schoonzus en haar broer bij in, waardoor het huis in de volksmond de bijnaam “Klein Avondrood” kreeg, verwijzend naar het oude rusthuis op West. Ieme is de dochter van Willem.